Over zingen bestaan hardnekkige mythes. Je doet er goed aan jezelf niet voor de gek te houden. Wil jij groeien als zanger? Verzeker jezelf ervan dat je niet 1 of meer van deze mythes gelooft!
Ik heb 6 mythes gekozen die hardnekkig zijn en die uitleg behoeven. Ken jij er nog een? Laat het me weten!
Mythe 1. Als ik zanglessen neem verlies ik mijn eigen geluid.
Als zangers gevorderd zijn en al op het podium of in de studio actief zijn komt deze angst vaak o de hoek. Terwijl ze dan juist goede technische ondersteuning nodig hebben. Je zingt langer achtereen. Hebt een goede gezonde stem nodig. Een goede zangcoach laat je je eigen sound behouden en leert je tegelijk een gezonde techniek.
Ben je gevorderd? Neem eens een langere les. Trek er een dagdeel voor uit om de juiste technieken op de juiste plek toe te passen en het meteen te integreren in je performance.
Mythe 2. Van zangles ga ik klassiek klinken.
Deze mythe was vroeger waar. Vroeger waren er alleen zangcoaches met een klassieke opleiding. Toen ik op het consevatorium zat in het jaar 2000 kregen wij techniekles van klassieke docenten. Terwijl ik jazz studeerde!
Voor elk genre heb je net een andere sound nodig of maak je andere versieringen. Tegenwoordig zijn er genoeg coaches te vinden die jouw genre muziek kennen en begrijpen. Als je de juiste coach hebt kun je aan de voor jou juiste sound werken.
Mythe 3. Zangers zijn minder muzikaal dan instrumentalisten.
Dit is iets wat instrumentalisten graag geloven. Geloof dit alsjeblieft zelf niet, maar zorg dat jij ook weet wat instrumentalisten weten.
Zorg dat je een akkoordinstrument bespeelt (gitaar of piano). Eigenlijk het liefst piano, omdat je op de piano meteen een overzicht hebt van wat je speelt. Je ziet immers voor je welke toetsen je gebruikt.
Zorg dat je begrijpt wat je hoort. Train je oren!
En speel met het muzikale materiaal, improviseer.
Als je deze dingen doet ga je op dezelfde manier in de muziek staan als goede instrumentalisten. Je wordt je bewust van je muzikale omgeving.
Mythe 4. Belten is slecht voor je stem.
Dit is misschien wel de hardnekkigste mythe. Belten is een stemfunctie. Het is de oude naam voor wat nu edge heet in de CVT. In de musicalwereld wordt veel gebelt. Wanneer je belt zijn je stembanden strak gespannen. Ze laten 70 % van de lucht niet door. Je strottenhoofd doet hetzelfde als wanneer je schreeuwt.
Het strottenhooft is hoog, je twangt, en er moet veel spieractiviteit zijn om het geluid te ondersteunen!
Wannneer je het niet goed doet, doet het pijn en is het ook slecht voor je. Ga nooit door met zingen wanneer je het gevoel krijgt dat je moet hoesten. (tranen in de ogen etcetera).
Vraag een zangcoach hoe je moet belten en voer de stappen netjes uit.
Belten kost conditie en conditie moet je opbouwen. Eerst hou je het 5 minuten vol, daarna 10, daarna 20 etcetera.
Mythe 5. Ik kan niet improviseren.
Iedereen kan improviseren. Je hersenen vinden voortdurend nieuwe verbindingen. Improviseren is het proces waarbij je je in een onbekend gebied stort, geen idee hoe je aan de overkant moet komen. Hoe vaker je het doet hoe meer verbindingen je hersenen maken, hoe makkelijker het wordt. Het muzikale terrein dat je verkent wordt je steeds duidelijker.
Begin met een klein ommetje in onbekend gebied. Zing twee noten anders in een bekend melodietje. Je bent al begonnen!
Maak het onbekende gebied steeds bekender en breid je terrein uit!
Mythe 6. Sommige mensen kunnen gewoon niet hoog zingen.
Hoog zingen kost meer ademdruk. Bekijk deze video!
https://www.facebook.com/1549914488558662/videos/1669697673247009/
Wat nu?
Heb je een mythe gevonden waar ook jij nog in geloofde? Pas het aan en breng je nieuwe kennis in de praktijk!
Heb je een vraag over een mythe of een andere vraag? Stel die in het commentaarveld op deze pagina.
Veel succes!
Anne Brattinga
P.S. Heb je iets gehad aan dit artikel? Deel het met andere zangers zodat die er ook van kunnen profiteren!